donderdag 1 september 2011

Gelukkig gehandicapt

Vraag aan mensen wat voor hen het allerbelangrijkste is in het leven en de kans is groot dat ze daarop antwoorden ‘gezondheid’. Een valide antwoord waar weinig op valt af te dingen, want gezondheid is inderdaad van onschatbare waarde. Waar we als maatschappij echter wel wat kritischer op mogen zijn is de aanname dat gezondheid ook gelukkig maakt. Of omgekeerd geredeneerd: dat een ziekte of handicap ongelukkig maken. Dat denkbeeld is ondanks decennia gehandicapten-emancipatie nooit helemaal verdwenen. Want al spreken we niet meer over ‘ongelukkigen’ of ‘gebrekkigen’ en wordt de term ‘invalide’ (minder/onwaardig) bijna niet meer gebruikt, toch blijft het aura van ongeluk om de fenomenen van handicap en ziekte heenhangen. Als een snoeppapiertje dat aan je vingers blijft plakken al doe je nog zo je best er vanaf te komen.

Ik merk het zelf vaak in de kennismaking met nieuwe mensen. Als ik hen vertel over mijn ziekte en waarom ik in een rolstoel zit, heb ik altijd het gevoel dat ik hen daarover gerust moet stellen. Alsof ik hen moet ‘bewijzen’ dat het niet erg is. Dat ik heel gelukkig en tevreden ben, niet ondanks mijn handicap maar gewoon met mijn handicap. En als ik –voor de zoveelste keer- weer eens te horen krijg hoe knap ik mij verhoud tot mijn beperkingen, moet ik mijn tong afbijten om geen discussie aan te gaan over de aanname die besloten ligt in die opmerking: dat het toch wel heel bijzonder is als je gelukkig bent met handicap en al. 

Gelukkig heb ik een medestander gevonden in mijn idee dat de koppeling tussen gezondheid en geluk een onterechte koppeling is. Leo Bromans, auteur van het boek The World Book of Happiness, zegt in een interview in Trouw het volgende:

 “De Lotto winnen maakt niet gelukkig. Ja, wel voor even, maar volgens statistieken zijn Lottowinnaars na enige tijd ongelukkiger dan ze waren vóór ze dat geld bezaten. Mensen die gebonden zijn aan een rolstoel daarentegen, zijn juist tijdelijk zeer ongelukkig wanneer ze in die rolstoel belanden. Maar na geruime tijd zijn ze gelukkiger dan ervoor en zelfs gelukkiger dan mensen die niet in een rolstoel zitten. Wie niet in een rolstoel zit denkt: ’bah de bus is net weg’. De rolstoelgebruiker denkt: ‘zo, ik ben er toch maar weer in geslaagd om met rolstoel en al die bus in te komen’.
Ik wens u natuurlijk liever geen rolstoel toe, maar aan de lotto winnen heeft u dus ook weinig. Weet u? Ik wens u de lotto toe, met de attitude van een rolstoelgebruiker.”

Ik heb het betreffende citaat uitgeknipt en in mijn agenda geplakt. Sommige uitspraken zijn koesterwaardig. 

Deze column is geschreven voor Leefwijzer: Community van de CG-raad voor mensen met een chronische ziekte of handicap.
Bron citaat Bromans: Trouw 24 december 2010

Geen opmerkingen: