vrijdag 31 mei 2013

Inclusiedwang

Eigen wijk voor Turken in Rotterdam. Uniek project! Het moet niet gekker worden", aldus een berichtje van Inclusie.nu op mijn Facebookpagina. De bijgevoegde link verwijst naar een artikel in het Algemeen Dagblad dat het volgende meldt: “Rotterdam krijgt een woonwijk waar vooral oudere, Turkse Rotterdammers zich thuis moeten voelen. Bij de Afrikaanderwijk wordt een compleet stadje gebouwd met 400 appartementen, een hotel, winkels, horeca, zorgvoorzieningen, een mediterraan ogend binnenplein en een paleistuin.”

Om maar direct helder te maken waar ik sta: Ik draag Inclusie.nu een warm hart toe. Zij maken zich hard voor mensen met een beperking, voor wie meedoen in de samenleving niet vanzelfsprekend is, en dragen bij aan “een wereld waarin iedereen welkom is en waar je gewaardeerd wordt om wie je bent en wat je doet.”
Wie kan daar tegen zijn? Ik niet. Waar ik wel op tegen ben is doorschieten. En al eerder heb ik ondervonden dat “inclusief denken” kan verworden tot een ideologie met dwingende trekken, als zij zonder onderscheid des persoons of zonder oog voor context, wordt doorgevoerd. Dit is een goed doorschiet-voorbeeld, want wat is er nou precies mis met de plannen voor zo’n wijk? Waarom mogen mensen niet zelf bepalen waar ze het liefst wonen en met wie?

Inclusiedenkers vallen makkelijk ten prooi aan wat ze eigenlijk willen bestrijden: Het maken van onderscheid op basis van kenmerken als huidskleur, etniciteit, sekse, fysieke beperkingen etc. Want kennelijk is turk-zijn (of gaat het over oud zijn?) ineens wel een relevant kenmerk als het gaat om wonen. Je mag dan namelijk NIET wonen in een wijk met alleen maar Turken (of met alleen maar ouderen?)

Ten gevolge van van de onjuiste gedachte dat inclusie hetzelfde betekent als “geen onderscheid mogen maken”, zijn vele verstandelijk gehandicapten in de afgelopen jaren gedwongen geweest te verhuizen naar “gewone” wijken. Ze zouden daar zoveel beter af zijn dan in een instelling. Ook worden steeds meer kinderen onder diezelfde noemer verplicht ondergebracht in het “gewone” onderwijs en is het bijzonder onderwijs iets verdachts geworden. Op deze wijze toegepast draait inclusie niet om individuen en wat goed voor hén is, maar om een gelijkheidsideologie.

“Inclusief denken” mag nooit uitmonden in een verbod verschillen zichtbaar te maken of te leven. Het zou een aansporing moeten zijn om een diversiteit aan leef- woon- en werkwijzen te creëren voor zoveel mogelijk mensen. Daarbij moet niet het “allemaal gelijk” principe leidend zijn, maar de vrijheid om uit al die mogelijkheden te kiezen wat het beste bij jou past. Er is namelijk helemaal niks mis met leven in een instelling, met het bezoeken van bijzonder onderwijs of met het wonen in een Turkse ouderenwijk. Er is pas iets mis als mensen geen keuze hebben of geen keuze krijgen om ook iets anders te kiezen.

dinsdag 21 mei 2013

Two Worlds Apart Together

Ik zit op nog geen halve meter afstand van haar in een soort pashokje. Het gordijntje is dicht en de ruimte voelt beklemmend klein. Ze draagt een witte doktersjas, heeft felrood gestifte lippen en trekt meteen van leer. Dat ik geen vragen magen stellen. Dat ze helemaal verkeerd geciteerd en begrepen is, en dat tegenstanders van een bloedtest in de vroege zwangerschap haar uitspraken hebben aangegrepen om hun eigen punt te maken. Dat ze het verhaal nog één keer zal vertellen, maar dat ze niet onderbroken wenst te worden...

Right...  

Ik ben in Almere voor de voorstelling Loket 13. Een initiatief van Erwin Wieringa, één van de voorvechters voor een inclusieve samenleving. Een samenleving waarin iedereen, ongeacht zijn beperkingen, kan meedoen. Dat het verwezenlijken van dit ideaal geen sinecure is maakt Loket 13 glashelder. Bezoekers krijgen een rondleiding door een kliniek en ontmoeten daar - één op één! - acteurs die hen een verhaal vertellen over het leven met een beperking. Deze verhalen bieden een blik op de vele (voor)oordelen, waar mensen met een beperking (en hun naasten) dagelijks mee geconfronteerd worden.  

Loket 13 stelt haar bezoekers de vraag: “Hoe beperkt ben jij?” en rammelt daarmee aan de grenzen van de eigen blik. Je gaat je afvragen, hoeveel van de menselijke blik is eigenlijk vrij en hoeveel is gekleurd door oordelen? Hoeveel kan een mens wezenlijk zien van een ander mens? En wat gebeurt er als twee mensen uit verschillende werkelijkheden elkaar ontmoeten? Wordt de afstand dan geslecht? Of wordt hij groter? Loket 13 speelt met deze vragen, en confronteert je zodoende met je eigen opvattingen over normaliteit en vreemdheid.

De witgejaste dame met de rode lippen blijkt een arts te spelen die voorstander is van invoering van een bloedtest op Downsyndroom, in de vroege zwangerschap. Ze somt alle voordelen van de test op, en benadrukt hoe geweldig het is als gehandicapt leven voorkomen kan worden...
In het begin van de monoloog kan ik goed naar haar luisteren, maar gaandeweg merk ik dat mijn oren beginnen te suizen en dat mijn hart harder pompt. Soms zie ik alleen haar mond bewegen, zonder echt goed te horen wat ze zegt. Ik besef hoe we hier zitten. In dit piepkleine hok. Two worlds apart together. Ik, drager van een erfelijke spierziekte en gewild ongetest in mijn zwangerschap. Zij, gezond en bepleiter van screening op zoveel mogelijk ziekten. Ik, moeder van een prachtige dochter van zeven, met inderdaad dezelfde ziekte als ik. Zij, arts en overtuigt van het feit dat geen ouder met verantwoordelijkheidsgevoel ervoor kiest een kind met handicap geboren te laten worden. Ik, nooit meer onschuldig, want verantwoordelijk voor de moeilijke keuze het prille leven van mijn kind niet aan een test te onderwerpen. Zij, haar handen wassend in onschuld, omdat ze meent dat ze nieuw leven lijden heeft bespaard.

Het is de acteursrol die maakt dat ik – hoe moeilijk ook - blijf luisteren naar het verhaal dat mij verteld wordt. In het echte leven had ik deze vrouw – met mijn beperkte blik - direct veroordeeld. Maar hier, in deze gekunstelde setting, lukt het me even voorbij mijn eigen blik te komen en me te verplaatsen in haar verhaal. Er de logica en oprechtheid van in te zien. En ook de wil tot het doen van het goede, al deel ik haar mening niet.

Tegelijkertijd vraag ik me af hoe het voor deze actrice is om dit verhaal tegen mij – vrouw in  rolstoel met duidelijk zichtbare handicap - te vertellen. En in het verlengde daarvan, hoe zoiets voor voorstanders van prenatale screening in het echte leven zou zijn? Kunnen zij hun oordelen over gehandicapt leven in stand houden in een ontmoeting? Kun je tegenover iemand zitten en de waarde van zijn leven wegen aan de hand van de aanwezigheid van een handicap? 

Ik denk dat het zal gaan zoals meestal met vooroordelen. Zodra het werkelijke leven zijn intrede doet, houden zij slechts kort stand. 

Ga kijken naar Loket 13! 23 mei is er nog een laatste extra voorstelling te zien in Almere