zondag 9 juni 2013

Verder van huis

Het is weer zover. Klachten aan mijn stuit staan het niet toe om nog langer weg te blijven uit het onzalige circuit van de hulpmiddelenbranche. Nog even heb ik de hoop dat het vanzelf overgaat, maar helaas, er rest mij niets dan mijzelf aan mijn haren naar de telefoon slepen om te bellen met Welzorg. De leverancier van hulpmiddelen in Amsterdam.

De gebruikelijke vragen van de adviseur (altijd een ergotherapeut) volgen. Pijn? Ja, pijn. Veel? Genoeg om te bellen. Wat wilt u precies? Nou euh, een advies over welk soort kussen wellicht meer bescherming zal bieden tegen stuitklachten. En u heeft geen kantelmogelijkheid op uw rolstoel? Ja die heb ik wel. En toch klachten? Ja, toch klachten. Tja, dan moet er een ander kussen komen. Ja, precies! Dat meer bescherming biedt.... Dat zeg ik ja.

En zo gaat het maar door. Om een lang verhaal kort te maken, ik krijg het aanbod om drie zitkussens op te komen halen. Die kan ik dan thuis uitproberen. Ik weet het, ik wéét het! Het is een stompzinnig aanbod. Ik had er natuurlijk “nee” tegen moeten zeggen. Wat heb ik aan drie kussens die niet op mijn lichaam, noch op mijn rolstoel zijn afgestemd? Maar ergotherapeuten weten het altijd beter. Dus nu heb ik hier thuis drie kussens liggen. Ze zien er smoezelig uit. (Maar daar gaat het nu niet om, al is het moeilijk me niet af te vragen hoe je aan cliënten nou zulke vieze kussens mee kan geven? Zou hij het niet gezien hebben? Is hij thuis aan zulke kussens gewend? Kan het hem niet schelen omdat hij er niet op hoeft te gaan zitten?...nou ja. Schluss.)

Het eerste kussen blijkt te lang. Het steekt zo’n 30 naar voren en zweeft dus gedeeltelijk in het luchtledige. Ik heb geen idee hoe ik plaats moet nemen zonder onmiddellijk naar voren te klappen. Het tweede kussen past wel, maar is zo hoog dat de lumbalen in mijn rugleuning ineens verkeerd tegen mijn rug aandrukken. Een aantal bochels zijn het resultaat... Bovendien drukt mijn hoofdsteun nu tegen mijn nek aan en zijn mijn armleuningen niet meer bereikbaar. Hoe moet ik zo in hemelsnaam voelen of ik beter zit? Al mijn hoop is dan ook gevestigd op het derde kussen. Het is het meest vieze kussen, maar ook het meest zacht. Hij past, is niet te lang, niet te hoog en met lucht gevuld. Bereid en vol berusting laat ik me erin wegzakken. Waarmee alles wel gezegd is. Ik zak zo diep weg dat er een grote ballon tussen mijn kruis tevoorschijn piept. Ik kantel spontaan achterover wat me een lelijke knauw in mijn rug oplevert. Opstaan blijkt vrijwel onmogelijk. Conclusie: Een luchtkussen moet nauwkeurig afgesteld worden op het gewicht van de gebruiker. Er zitten dan ook niet voor niets ventielen en ontluchtingsknopjes op...

Ergotherapie is een beroep dat door iedere hersenloze dwaas mag worden beoefend, zoveel is mij na al die jaren wel duidelijk. Ik kan een kroniek vullen met verhalen over hun ***aanpak en zelfs op feestjes ontkom ik niet aan ze. Ze is een vriendin van vriendin. En we zitten gewoon aan de wijn met nootjes. “Jij zit heel fout, weet je dat wel?” zegt ze ineens, zodat ik bijna in mijn pinda stik. “Jahaa, je voetplaat staat helemaal fout afgesteld en je hebt dijbeensteunen nodig.” De verbijstering laat even alle zinvolle gedachten uit me wegglijden, maar gelukkig schiet de wijn te hulp. “Heb je enig idee hoe je er zelf bij zit?” vraag ik dan en wijs naar haar uitgezakte lichaam op de te lage en te zwaarbeladen bank van vriendin. Ze kijkt me ongelovig aan. “Van mij mag je hoor” zeg ik. “Als jij het niet doorvertelt van mij, hou ik me ook stil over jou oké?” Een knipoog zou het geheel hebben afgemaakt, maar knipogen kan ik niet. Ik heb haar de rest van de avond niet meer gezien. 

Morgen gaan die stomme vieze kussens terug. En dan ga ik vriendelijk vertellen dat het natuurlijk niet werkt, op deze manier een nieuw kussen uitproberen. En dan ga ik vol goede moed horen wat de volgende geniale stap is die mij als hulpeloos slachtoffer op de pijnbank van Welzorg wordt aangeboden. Welzorg brengt u verder, is hun leus. Ja, verder van huis.

Geen opmerkingen: