Onderstaande tekst mocht ik uitspreken op het congres Slimmer
Thuis – Over langer thuiswonen met behulp van technologie-,
georganiseerd op 23 mei 2019 door het ministerie van VWS.
Zonder techniek zat ik hier
niet. Mijn rolstoel, mijn tillift, mijn hoog-laag toilet, het zijn allemaal
fantastische oplossingen die mijn beperkingen compenseren en maken dat ik het volle
leven kan leven. Op deze manier ingezet is techniek een zegen, maar helaas geldt
dat lang niet voor alle situaties.
Techniek kan ook worden
ingezet als excuus. Eén van mijn zorgverleensters werkt bij een oudere man die
eigenlijk 24-uurs zorg nodig heeft. Hij voelt zich permanent onveilig en doet
een constant beroep op zijn mantelzorgers die inmiddels overbelast zijn. Deze
man zou de WLZ in moeten, maar krijgt daartoe geen toegang omdat hij nog in
staat is om een alarmknop in te drukken. Hier is techniek een vloek: Het houdt
mensen weg daar waar ze het meest nodig zijn.
Iets soortgelijks gebeurt er
met mijn 82-jarige buurvrouw. Die is kwiek als een hoentje, maar zo krom als
een hoepel. Een scootmobiel zou haar in staat stellen de straat op te gaan en
zelfstandig haar boodschappen te doen, maar de gemeente wijst haar aanvraag af.
De reden: ze kan haar boodschappen ook via het internet bemachtigen. Ook hier
is techniek een draak in engelengewaad. Ingezet als een excuus voor platte
bezuinigingen.
Ook idealen kunnen ten goede
of ten kwade werken. Als ‘langer thuis wonen’ als een ideologie van bovenaf
wordt opgelegd en eenzijdig wordt nagestreefd, kan het zomaar gebeuren dat je
zoveel verpleeg- en verzorgingstehuizen sluit dat mensen in peperdure
ziekenhuisbedden moeten blijven liggen omdat er nergens anders plaats voor hen
is. Of je moet als overheid ineens miljoenen uittrekken voor
eenzaamheidsbestrijding, want alleen is ook maar alleen.
Langer thuis kunnen wonen is
mooi, maar het kent zijn grenzen. Daarom is het van groot belang er niet
eenzijdig op in te zetten. Focus ook op verpleeg- en verzorgingstehuizen. Maak
dat weer plekken waar mensen graag gaan wonen, omdat de zorg er uitstekend is
en gezelschap nooit ver weg. Ondersteun particuliere wooninitiatieven en zorg
ook dat er goede instellingen blijven bestaan voor mensen met een handicap.
Daar is niks mee, zolang het deel uitmaakt van een variëteit aan keuzes op
woongebied. Niet iedereen heeft behoefte aan hetzelfde.
En dan is er nog de roze
olifant. Want we kunnen hier een hele dag met elkaar praten over prachtige
technische oplossingen om langer thuis te kunnen blijven wonen, de
werkelijkheid is dat de meeste mensen hun woonvoorzieningen via de WMO zullen moeten zien te verwerven. En over
de WMO werd deze week maar liefst drie keer de noodklok geluid. Het wordt steeds
duidelijker: Gemeentes voeren de Wet Maatschappelijke Ondersteuning niet uit
zoals bedoeld: Mensen passende zorg geven waardoor ze kunnen blijven deelnemen
aan het bestaan.
Voor mij is het geen
verrassing. De afgelopen jaren voer ik onophoudelijk strijd om mijn voorzieningen
te kunnen behouden of om een nieuwe voorziening te verkrijgen.
Het gesprek over langer thuis
wonen met behulp van technologie vindt dus plaats in een context waarin het
verkrijgen van basisvoorzieningen vanuit de WMO niet meer vanzelfsprekend is.
Dat zet alles in een ander licht: Als
gemeentes niet eens willen betalen om je huis fatsoenlijk schoon te houden,
lijkt praten over domotica iets uit een ander sterrenstelsel. Wat er dus eerst
en vooral moet gebeuren is dat we met elkaar onder ogen komen dat het niet goed
gaat met ons zorgstelsel. Ondanks hardwerkende en goedwillende mensen en ondanks
de mooie goedlopende initiatieven die er natuurlijk ook zijn, is er
onmiskenbaar een tendens tot ontmenselijking gaande die hand in hand gaat met
een steeds verdergaande vereconomisering van de zorg. De klok, de protocollen
en de bureaucratie dreigen alles te overwoekeren en veel gemeentes nemen
willekeurige beslissingen op volstrekt ondoorzichtige gronden.
Er klopt van alles
niet. Iedereen weet het, maar iedereen gaat er toch mee voort.
De meest gehoorde
uitspraak aan mijn keukentafel is: ‘Ik ben het er ook niet mee eens, maar zo
werkt het systeem nu eenmaal.’
Maar wij zijn het
systeem! Wij zijn de raderen die het systeem laten draaien. Waarom stoppen we
daar niet mee? Waarom zeggen ambtenaren niet, voer dat beleid zelf maar uit, ik
begin er niet aan want ik kan er niet achter staan. Waarom gooien zorgverleners
de klok niet weg en weigeren ze massaal hun tijd te verdoen aan het invullen
van steeds meer formulieren? Waarom zeggen leveranciers en producenten geen
‘nee’ tegen contracten die hen binden aan bodemprijzen waarvoor ze nooit
deugdelijke hulpmiddelen en service kunnen leveren en die nota bene innovatie
binnen hun eigen sector ondermijnt? Waarom staan adviseurs niet op voor hun
cliënten, schudden hun WMO juristenpak af en gaan weer doen waar ze goed in
zijn. Zorgen dat cliënten krijgen wat ze echt nodig hebben?
De belangrijkste
vraag die vandaag voor ons ligt is niet hoe technologie kan bijdragen aan
langer thuis wonen. De belangrijkste vraag is, hoe redden we de zorg? Hoe houden
we haar warm en menselijk, hoe zorgen we dat ze bijdraagt aan de kwaliteit van
onze levens in plaats van dat ze er afbreuk aan doet? Wij hier aanwezig vertegenwoordigen met elkaar de hele keten aan
zorg. Wat zou er gebeuren als we nu besluiten dat we geen stap meer doen zonder
elkaar? Als we echt gaan samenwerken. Alle partijen aan tafel, bij alle
beslissingen. Zodat het beleid van onderaf aangestuurd gaat worden en hoge
toren-idealen plaats kunnen maken voor voeten in de modder-wijsheid. En wat zou
er gebeuren als we ons daarbij weer gaan oriënteren op waarden in plaats van op
geld?
‘Passende zorg is
uiteindelijk altijd het meest efficiënte en dus het meest goedkope', zei
wethouder Yolan Koster in de uitzending van Argos. Ik geloofde haar direct.
Voor wie liever luistert en kijkt: