vrijdag 15 juli 2011

Na een moedige strijd is heengegaan...

Anatomische les schilderij van Michiel Jansz. van Miereveld uit 1617
Na een moedige strijd is heengegaan.... Negen van de tien keer staat het vermeld op de rouwkaarten die hier in de brievenbus vallen. Ook dit keer was het raak bij de kaart die het overlijden van een tante aankondigde. Op de begrafenis die ik bezocht kreeg deze 'kwalificatie' nog een vervolg toen haar schoonzoon in zijn afscheidsrede opmerkte dat tante ondanks haar moed en kracht de strijd tegen kanker toch verloren had...

Deze manier van spreken over een ziekteproces is heel normaal en gangbaar. Soms lijk ik de enige in de wereld te zijn die er aanstoot aan neemt. Maar desondanks meen ik dat mijn verzet  terecht is. Neem tante. Zij is allesbehalve een verliezer. De wijze waarop zij gestorven is, heeft juist meer weg van een triomftocht. In alles heeft zij de regie behouden, en toen de dood in zicht kwam nam tante bewust van iedereen afscheid en verwelkomde zij de dood als verlosser. Want steeds meer pijn en steeds minder kwaliteit van leven leidden ertoe dat een verlenging van het leven niet langer verlangd werd.
Ook de aanduiding 'moedige strijd' is in haar geval onzorgvuldig gekozen, want tante was juist immens aanvaardend en reeel over het feit dat zij op de leeftijd van 77 jaar ergens aan zou gaan sterven, en het begrip strijd impliceert juist een afwijzing van dat gegeven.

Kende de naaste familie tante dan zo slecht? Nee, helemaal niet. Integendeel. De rest van de begrafenisceremonie deed volkomen recht aan het beeld dat ik hierboven van tante heb beschreven. Waarom dan toch dat zinnetje op de kaart? En dat beeld van een verliezer?
Het antwoord is alleen te vinden als we de blik afhalen van dit persoonlijke voorbeeld en verwijden naar onze (taal)cultuur. Dan wordt zichtbaar dat ziekte en dood gevangen worden gehouden in tal van beelden, betekenissen en interpretaties die -ondanks dat een mens ons soms het tegendeel toont- toch onze waarneming en ons denken beinvloeden en sturen.

Het was Susan Sontag die hier in 1977 voor het eerst vol de aandacht op richtte. Haar boek: Ziekte als spookbeeld, gaat volledig over de menselijke neiging om door middel van beeld-en mythevorming grip te krijgen op het bestaan van ziektes en de dood. Zij beschrijft hoe ziekte afwisselend in de tijd steeds anders wordt 'gevangen'. Het is een straf, een vloek, een schande, persoonlijke schuld, teken van zwakte, domme pech, et cetera.
Ziekteprocessen worden vaak beschreven in termen van strijd en oorlogvoering. Dat lijkt onschuldig maar helaas is taal een machtig instrument. Het verzekert weliswaar dat ziekte en dood netjes worden opgeborgen in bepaalde hokjes, maar het veroorzaakt tegelijkertijd dat mensen die moeten leven met een ziekte niet alleen lijden aan de medische kwaal, maar ook aan de interpretaties en betekenissen die een kwaal omringen. Deze betekenissen veroordelen en stigmatiseren, en soms lijden mensen meer aan de betekenissen die een kwaal omringen dan aan de kwaal zelf.

Hetzelfde verhaal geldt voor de dood. De feitelijke dood is "een toestand waarbij een voorheen levend organisme niet meer groeit, er geen sprake meer is van metabolisme en er geen actieve levensfuncties meer plaatsvinden" (Wikipedia). Maar zie eens hoe deze dood omringd is door metaforen en mythen die niets meer te maken hebben deze feitelijke dood (ik schreef hierover eerder een blogje: twee gezichten op de dood). De dood wordt heden ten dage toch vaak opgevat als nederlaag. Dat mensen sterven is te wijten aan medische onkunde of menselijk falen. De dood is vijand, rover (van het leven) en dient ten alle tijden bestreden te worden.

Susan Sontag beschrijft prachtig hoe wij de metaforen (beeldspraken) die ziekte omkleden op zijn gaan vatten als de ziekte zelf en niet meer als een verwijzing naar, of een vergelijkingen met iets anders. En zo kan het dan gebeuren dat mijn tante's ziekteproces toch gelijk wordt gesteld aan een strijd, en haar dood wordt opgevat als een nederlaag, ook als alle feiten het tegendeel bewijzen.

Mensen interpreteren altijd en het denken in beelden is ons volkomen eigen. Maar soms is het beter om bewust terughoudend met interpretaties te zijn. Op het gebied van ziekte en dood lijkt het mij een bevrijding als we daarin als maatschappij een meer 'neutrale' blik ontwikkelen. Ziekte is dan gewoon een aanduiding van een kwaal (en geen ramp die bestreden moet worden, of je eigen schuld, of iets om je voor te schamen, of om 'moedig' in te moeten zijn) en de dood is die toestand waarbij de actieve levensfuncties niet langer bestaan. Wat mensen doen met hun ziekte en hoe zij hun sterven beleven of vorm geven kan dan eindelijk losgeweekt worden van kwalificaties als winnen of verliezen, en menig andere onzalig en belastend oordeel.

Geen opmerkingen: